drie

drie (Niederländisch)

Numerale

Worttrennung:

drie

Aussprache:

IPA: [driˑ]
Hörbeispiele:  drie (Info)

Bedeutungen:

[1] Kardinalzahl: drei

Oberbegriffe:

[1] hoofdtelwoord

Beispiele:

[1] Ik heb drie zussen.
Ich habe drei Schwestern.

Wortbildungen:

derde, driejarig, drieledig, driemaal, drievoudig

Übersetzungen

Referenzen und weiterführende Informationen:
[1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „3 (getal)
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „drie
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „drie

Substantiv, f

f Singular Plural

Wortform de drie de drieën

Diminutiv het drietje de drietjes

Worttrennung:

drie, Plural: drie·en

Aussprache:

IPA: [driˑ]
Hörbeispiele:  drie (Info)

Bedeutungen:

[1] die Ziffer 3
[2] Mathematik: die natürliche Zahl zwischen der Zwei und der Vier

Verkleinerungsformen:

[1] drietje

Oberbegriffe:

[1] cijfer
[2] natuurlijk getal, even getal

Beispiele:

[1] Het getal 35353 bevat drie drieën.
Die Nummer 35353 enthält drei Dreier.
[2] Drie is een oneven natuurlijk getal, dat twee opvolgt en aan vier voorafgaat.
Fünf ist eine ungerade natürliche Zahl, die auf Zwei folgt und vor Vier steht.

Übersetzungen

Referenzen und weiterführende Informationen:
[1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „3 (getal)
[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „drie
[1] PONS Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „drie
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „drie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.